Interview Veronica Tollenaar en Louis van der Mespel

Jonge solisten bij Kamerorkest Sinfonietta Voorschoten

Op zaterdag 10 juni 2017 verzorgde het Kamerorkest Sinfonietta Voorschoten een concert in het Kruispunt in Voorschoten. Op het programma stonden twee werken waarvoor het orkest jonge solisten heeft gevonden: De eerste solist is Veronica Tollenaar. Zij is 25 jaar en speelt sopranino bij het Concert voor Sopranino en strijkers van Vivaldi. Een sopranino is een van de kleinste blokfluiten.
De tweede solist is Louis van der Mespel. Hij is ook 25 jaar oud en speelt contrabas. Louis is geboren en getogen in Nieuw Zeeland, maar hij heeft nederlandse roots: zijn ouders zijn geëmigreerd naar Nieuw Zeeland, maar zijn grootouders wonen nog steeds in Nederland. Louis speelt solo bij het Concert voor Contrabas en orkest van Bottesini.
Veronica was zeven jaar toen ze begon met blokfluit spelen bij de muziekschool in haar woonplaats. Ze kreeg al snel de smaak te pakken en besloot dat blokfluit haar instrument was. Op haar 16e werd ze toegelaten bij de school voor Jong Talent van het conservatorium in Den Haag, waar ze inmiddels aan haar master werkt. Ze heeft les van Reine-Marie Verhagen en Daniël Brüggen. In de familie van Veronica zitten veel amateurmusici, maar zij is de eerste die er haar beroep van gaat maken.

Veronica vertelt: ze houdt ervan om stukken te spelen die na maanden of jaren nog steeds inspirerend zijn en elke keer weer anders klinken. Ze speelt graag Renaissancemuziek vanwege de prachtige overtonen, die je samen met andere blokfluitisten kan maken. In Barokmuziek gaat het vooral om de specifieke sfeer te vangen. In moderne muziek kan ze veel expressie kwijt.
Het aantrekkelijke van blokfluit spelen vindt ze, is het fysieke aspect: het blazen en je vingers bewegen. Je kunt met blokfluit ook je emoties, gevoelens en verbeelding uitdrukken.
Veronica heeft eerder met een klein orkest gespeeld. Sinfonietta Voorschoten is een veel groter orkest. Dat betekent voor haar een uitdaging. ‘Omdat ik nu op een kleine blokfluit speel, is het mooi dat het orkest behoorlijk groot is, zodat ze genoeg tegenwicht kunnen geven aan de hoge klanken’. ‘Ik vind het erg leuk om met Sinfonietta te spelen! Het concertje van Vivaldi is een leuk stuk, vrolijk en soms een beetje patserig’.
Louis van der Mespel begon op jonge leeftijd met viool. In 2008 ontdekte hij bij toeval de contrabas, toen het orkest waar hij toen in speelde nog geen contrabas had. Louis wilde het wel proberen en vanaf dat moment wil hij niet anders meer: het geheim van de contrabas ligt in het ‘zingen’ van de bas, waar hij maar geen genoeg van kan krijgen.
Louis speelde in Nieuw Zeeland bij tal van regionale en nationale jeugdorkesten, waardoor hij veel ervaring opdeed. Hij is opgegroeid in een muzikale familie. Zijn moeder is vioollerares. Meerdere familieleden bespelen een instrument: viool, cello, fluit en hobo. De vader van Louis heeft hem van jongs af aan leren luisteren naar muziek.
In 2012 is Louis toegelaten tot de New Zealand School of Music. Hij kreeg les van Victoria Jones en Joan Perarnau Garriga. Al snel werd hij aanvoerder van de contrabassen van het ‘Nation Youth orchestra New Zealand’ en won hij de ‘Wellington youth orchestra concerto competition’. Louis studeert nu aan het Conservatorium in Den Haag. Hij volgt een bachelor onder leiding van Quirijn van Regteren Altena.
Louis vertelt: hij heeft geen voorkeur voor muziek, maar het moet wel goeie muziek zijn. Hij speelt met alle plezier barok, modern, klassiek, jazz, rock en folk. Hij speelt muziek uit alle windstreken. Dat kan hij omdat hij er open voor staat. Hij zoekt vooral naar muziek die hem inspireert en raakt.
Louis heeft niet eerder het concert van Bottesini gespeeld, daarom is het juist een uitdaging. ‘Juist dit concert doet recht aan het ‘zingen van de contrabas’ vooral in het tweede deel, het Andante. Dat wil ik het publiek laten horen!’.